Kijken op NPO: ‘Verloren kinderen’

Drie probleemgezinnen uit drie Nederlandse steden. Regisseuse Sahar Meradji maakte de vierdelige EO-docuserie ‘Verloren kinderen’. Sommige kijkers zijn behoorlijk verontwaardigd, anderen bieden steun en tonen medeleven. Je kunt de serie terugkijken.

Drie maanden lang dompelde Sahar zich onder in de levens van drie ‘probleemgezinnen’. Ze bracht dagelijks tijd met hen door, soms wel 24 uur achtereen. “Ik hoop dat ik de kijker, evenals zorginstellingen en de overheid, een goed beeld geef van wat er gebeurt in een probleemgezin.”

Mentale uitdagingen

Zo zien we Astrid en Peter, die beiden worstelen met mentale uitdagingen en met vier kinderen op 70 vierkante meter in Amsterdam-Noord wonen. Astrid krijgt regelmatig een emotionele uitbarsting en het stel probeert, ondanks hun worstelingen, een gezin te runnen. Of ze zichzelf een probleemgezin vinden? „Soms wel en soms niet”, reageert Astrid.  

Ellende-beer

Ook is daar het gezin van Marjolein en Ronald, die naar België vluchtten met hun drie kinderen om uit de handen van de Nederlandse jeugdzorg te blijven. Hun drie hoogbegaafde kinderen kampen met psychische problemen en ook Marjolein worstelt met haar emotionele toestand. Zo vertelt ze in tranen onder meer hoe het kapsel van haar zoon per ongeluk te kort werd geknipt en over de knuffelberen die in bed liggen, onder meer de ‘ellende-beer.’ Voor alle ellende die ze meemaakt.

Uitgeblust

Tot slot ziet de kijker ook het gezin van de Rotterdamse Gerson en Merel, die zoeken naar de juiste omgang met hun autistische dochter. Het stel heeft twee kinderen en is behoorlijk uitgeblust door de uitdagingen die het autisme van dochter Nohemy met zich meebrengt. Als de regisseuse vraagt of het koppel het leuk vindt om ouders te zijn, moeten ze lachen. „Ik vind het heel pittig. Ik denk weleens: ‘Waarom wilde ik überhaupt twee kinderen?’”, vertelt Merel eerlijk. Maar naast oplaaiende wanhoop is daar ook veel liefde in het Rotterdamse gezin. 

Aan het einde van de aflevering vraagt de filmmaakster de drie gezinnen naar reflectie op hun eigen gezinssituatie. Het gezin van Marjolein en Ronald worstelt nog steeds met instanties en jeugdzorg en probeert in België de boel op de rit te krijgen. Merel vertelt dat ze, met thuisondersteuning, de boel beter kan accepteren. En dat ze zich realiseert dat zij en haar man toch best met een ingewikkelde situatie te maken hebben.

Ruzie is menselijk

„In elk gezin zijn er problemen”, concludeert Peter. Volgens hem is ruzie menselijk. „En als mensen zeggen dat hebben wij niet, dan liegen ze.” En daar is Astrid het mee eens. „Als mensen zeggen dat alles perfect gaat in hun gezinsleven.. nooit ruzie, nooit dit, nooit dat, dan durf ik mijn hand in de stront te leggen. Dan ben jij niet gelukkig.” Waarna ze uitlegt dat als je dingen niet met elkaar uitspreekt of geen ruzie maakt, mensen met stress blijven lopen. „Dan lig jij met zeventig jaar in je kist en ik ben negentig als ik in mijn kist lig. Want ik heb geen stress, ik raak het kwijt als ik het zeg. En een gezin dat denkt dat het gelukkig is en het niet uit, dat leeft met stress.” En bij haar eigen gezin weet ze, mét of zonder obstakels: „Alles komt goed.”